Life, o life
Bij de afterparty zijn ze tegen de
muur gaan staan – een
oudgeworden stel, o, zo lieftallig
en aandoenlijk
zij, elegant, met de rondingen van
rijpe vrouw, hij, met allure, strak
rechtop – trekt met zijn rechterbeen.
Ik heb ze lief, zo innig als ze daar
met zijn tweeën staan en even levens
lustig als altijd, ik ken ze al mijn
hele leven, omring hen met egards
zijn uit hetzelfde hout gesneden
Het stralende zijn zij, uit
klare stof gemaakt