Uit het oosten komt het rode licht
de lage zon verft langzaam
de gordijnen, het witkanten hand-
gehaakt patroon
van engelen en duiven – strijkt
langs de oude stoelen van mahoniehout
en weerkaatst oudroze, karmozijn
in de manshoge spiegel met de
gouden lijst – ik
in het bed daartegenover
onder het donzen dekbed, wit
met roze rozen,
aanschouw verrukt
hoe schoonheid vleugels krijgt